Ja willen, maar nee krijgen

auteur-roland Roland Halle 11 februari 2019 Algemeen Delen

We staan voor een grote opgave om te verduurzamen. Daarbij wil de overheid dat ook de gebouwde omgeving participeert. Alleen zien we middels een praktijkcase met Life Cycle Vision dat dit beleid regelmatig tegenovergesteld uitpakt.

logo-groen

De praktijk case

HEVO is expert in huisvesting en vastgoed en maken regelmatig gebruik van onze levensduurkosten-applicatie om duurzaamheidsvarianten door te rekenen. Jean-Marc Vloemans nam onlangs contact met ons op met de volgende vraag.

“Wij hebben bij een project een variantenstudie gedaan, waarbij het project is doorgerekend voor twee varianten:

één op één vervanging van de luchtbehandelingskast;
een duurzame variant met een verbeterde warmteterugwinning.

De energiekosten komen bij de energiezuinige variant bijna 30% hoger uit. Klopt dit wel?”

Onderbouwing

Bij de analyse van de resultaten van Life Cycle Vision bleek dat het absolute gasverbruik, zoals verwacht, was verminderd bij de duurzame variant. Dit gold echter niet voor de energiekosten, aangezien het gastarief aanzienlijk was verhoogd. Ook de opbouw van het gastarief in componenten is gedetailleerd terug te vinden in de financiële uitgangspunten. Hierop inzoomend bleek door de afname van het gastarief, het leveringstarief te zijn toegenomen, dit is nog te verklaren aangezien bij grotere afnames een schaalvoordeel hoort. Het totale gastarief bleek te zijn toegenomen door een aanzienlijk hogere energiebelasting die in rekening werd gebracht. Het verschil is te verklaren doordat de overheid onder een bepaalde drempelwaarde, bij een kleinere verbruiker, de energiebelasting sterk verhoogd.

Deze grenswaarde ligt bij een gasverbruik van 170.000 m3 wanneer men hieronder komt stijgt de energiebelasting van 6,5 cent naar bijna 30 cent!

Zie ook de tabellen van de belastingdienst.

Keuze

De wil om te verduurzamen is er inmiddels wel. Dat besef is bij de meesten wel binnengekomen. De belangrijkste taak van de overheid is nu om het financieel ook aantrekkelijk te maken om de CO2 uitstoot te verminderen. Zolang aardgas een lagere CO2 uitstoot geeft lijkt me direct van het gas af niet de meest voor de hand liggende oplossing voor alle gebouweigenaren. Dit geldt wel voor de landelijke energie-opwekking, daar ligt een mooie taak van de overheid. Met aanpassingen van tarieven kan de overheid sturen, maar wat blijkt het all-in elektratarief is, tegen de verwachting in, twee maal zo hard gestegen dan het gastarief (elektra+20% versus aardgas+10%). Zou dit bewust zijn? geen idee, waarschijnlijk wordt het nu voor iedereen te complex. Maar de keuze voor de variant met de laagste CO2-emissie kan niet alleen uit de portemonnee van de opdrachtgever komen, enige financiële overheidsstimulans is essentieel.

Realistisch en onderbouwde keuze

Ondanks het feit dat dit misschien een uitzonderlijk geval betreft, is het toch goed om dergelijke berekeningen onderbouwd te maken. Aangezien je er anders te laat pas achter komt dat je duurzame bedoelingen zich financieel toch niet terugverdienen. De financiële belangen vragen blijkbaar om zo’n complexe opbouw van energietarieven en belastingheffingen dat we bij verduurzamingsvraagstukken niet meer blind kunnen varen op ons boerenverstand en een onderbouwde berekening echt noodzakelijk is.

Mooi dat Jean-Marc dit praktische voorbeeld met ons en onze klanten wil delen! Hiermee weten de klanten van HEVO dat de ontwerpkeuzes voor hun gebouwen goed worden onderbouwd en bewust worden gekozen.

auteur-roland Roland Halle 11 februari 2019 Algemeen Delen

Lees meer publicaties

Iedere maand het beste van Life Cycle Vision in je mailbox?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte.